• Kweken afnemen voor start antibiotica (tenzij sepsis). Wanneer er bijzondere omstandigheden zijn zoals sepsis, bronchiale fistel, of antibioticagebruik voorafgaand aan de vaatprothese-infectie kan in overleg met de arts-microbioloog of internist-infectioloog een aanpassing van het empirisch antibiotica-advies worden overwogen.
• Antibiotische therapie in overleg met de dienstdoende arts-microbioloog of internist-infectioloog versmallen op basis van kweken.
• Zie pagina dosering vancomycine: bij voorkeur continu doseren, voorafgegaan door oplaaddosering.

Behandelduur:

Duur van behandeling is afhankelijk van de onderstaande situatie en het klinisch herstel. 

• Volledig verwijderen geïnfecteerde prothese zonder terugplaatsing nieuwe prothese of terugplaatsing met autologe graft: 
  1 week IV gevolgd door orale therapie. Totale behandelduur: 2 weken.
• One-stage revisie met volledig verwijderen van de geïnfecteerde prothese en terugplaatsen kunstmateriaal: 
  1-2 weken IV gevolgd door orale therapie. Totale behandelduur: 6 weken.
• Operatief debridement waarbij prothese (deels) in situ blijft:
  • Bij uitsluitend endovasculaire infectie: 
    Behandel conform kunstklependocarditis. Totale behandelduur 6 weken IV.
  • Indien infectie (ook) aan de buitenzijde van de prothese aanwezig is: 
    6 weken IV gevolgd door 6 weken orale therapie. Totale behandelduur 12 weken. Op basis van pathogeen en gevoeligheid starten met biofilmbehandeling conform kunstgewrichtinfecties. 
• Geen operatief debridement, aanhoudend focus of persisterende infectie: 
  6 weken IV-behandeling gevolgd door levenslange suppressieve therapie.