Afhankelijk van type blootstelling (I-III) van een mogelijk rabide dier is Post-Expositieprofylaxe nodig in de vorm van rabies vaccinaties eventueel gecombineerd met humaan anti-rabies immuunglobuline (MARIG) (zie LCI richtlijn)

• Bij vermoedelijke Rabiës expositie wordt de indicatie voor MARIG en/of rabiës vaccinatie (ook in diensttijd) door de GGD in overleg met de LCI gesteld.
• MARIG dient rondom de wond(en) te worden geïnfiltreerd volgens instructies.
• Rabiës vaccinaties moeten in deze situatie intramusculair gezet worden, dit kan de SEH verpleegkundige doen.

• Bij bijzondere casuïstiek of daadwerkelijke Rabiës verdenking: contact infectieziekten en/of neurologie.
• Denk op indicatie aan algemene wondbehandeling, superinfecties of tetanuspostexpositieprofylaxe.
• Meldingsplichtige ziekte groep B1

Logistiek:

• In de dienst kunt u eventuele telefoontjes van zorgverleners en patiënten verwijzen naar de lokale GGD van de woonplaats van patiënt. Voor Amsterdam: intercollegiale lijn 020 555 5337; buiten kantooruren: 020 555 5555.
• In de dienst kunt u eventuele telefoontjes van de Alarmcentrale ten aanzien van expositie en eventuele repatriëring direct naar de LCI verwijzen: 088 689 7000.
• Bij MARIG indicatie wordt de toediening binnen kantooruren door de GGD afgehandeld. Buiten kantooruren zal de toediening van MARIG en eventuele rabiës vaccinatie door de AIOS interne/SEH gebeuren. De GGD zorgt voor het logistieke proces van bestelling en levering (vaak aan de SEH balie) en hiermee voor de betaling.
• MARIG en de vaccinaties dienen voorgeschreven te worden in EPIC en afgetekend in de medicatietoedieningsregistratie (MTR). Noteer het batchnummer, dit kan de GGD nodig hebben voor facturering.
• De postexpositie rabiës vaccinatie serie zal bij de GGD worden afgerond.