Voor alternatieven voor antibiotica zie:
Welke patiënten met een gerapporteerde ß-lactam allergie kunnen een cefalosporine krijgen? | SwabID
Welke patiënten met een gerapporteerde ß-lactam allergie kunnen een carbapenem krijgen? | SwabID
Wat is het advies bij een gerapporteerde non-ß-lactam allergie? | SwabID
De SWAB-richtlijn: Aanpak bij vermoeden van antibiotica allergie | SWAB.
Beleid bij overgevoeligheid voor antibiotica Maastricht UMC+
Beoordeling en beleid bij penicilline allergie
Een uitgebreide versie van dit document is te vinden op K2 en in de richtlijn Aanpak bij vermoeden van antibiotica allergie | SWAB.
Ten gevolge van over-rapportage van antibiotica-allergie wordt te vaak onnodig afgeweken van de eerste keus behandeling. Door een goede anamnese kan vooraf de kans op een allergische reactie beter worden ingeschat.
Samenvattend is het volgende van belang:
- de waarschijnlijkheid van een doorgemaakte immunologische reactie
- de ernst van de reactie
- het type reactie
- de tijd verstreken sinds optreden
- het risico op kruisovergevoeligheid met andere antibiotica
Gebruik hierbij de allergie anamnese:
- Welk antibioticum?
- Wanneer/hoe lang geleden?
- Hoeveel tijd tussen eerste toediening en de eerste symptomen?
- Duur van de symptomen?
- Wat hielden deze symptomen in? (Roodheid van de huid, urticaria? Ademhalingsklachten?)
- Noodzaak tot gebruik van adrenaline of ziekenhuis/IC opname?
- Opnieuw gebruik van antibioticum?
- Gebruik van andere B-lactam antibiotica na gemelde reactie (met/zonder klachten?)
- Getest op antibiotica-allergie?
- Andere (bewezen) allergieën?
- Atopische constitutie?
Maak vervolgens een inschatting van de ernst van de reactie, met behulp van de tabel:
Gebruik het volgende algoritme bij de afweging of penicilline opnieuw kan worden toegediend:
1. Ga na of na de opgetreden reactie (al dan niet accidenteel) re-expositie heeft plaatsgevonden met hetzelfde antibioticum, of een antibioticum waarmee kruisallergie kan bestaan. Indien hierna geen reactie optrad kan althans dit middel (weer) als veilig worden beschouwd.
2. Ook ernstige non-IgE gemedieerde (non-type I) reacties vallen hieronder, zoals Stephens Johnson syndroom (SJS), toxisch epidermale necrolyse (TEN), tubulo-interstitiële nefritis (TIN) en drug eruption with eosinophilia and systemic symptoms (DRESS).
3: Met ‘onder toezicht’ wordt bedoeld: op een afdeling met toezicht van deskundig medisch personeel, crashcar en intraveneuze toegang aanwezig.
4: Neem contact op met de consulent dermatologie.
5: Raadpleeg het antibioticumboekje of overleg met consulent infectieziekten/medische microbiologie.